top of page
  • Foto van schrijverEline Cremers

Zijn architecten Boijmans van Beuningen vleugellam?

Voor een architect is het natuurlijk een prachtig scenario: het ontwerp mogen maken van (een deel van) het gebouw waarin een van de bekendste musea van ons land is gehuisvest. Dit overkwam het Belgische architectenduo Robbrecht & Daem. Zij mochten de in 2003 aangebouwde glazen vleugel van het Rotterdamse museum Boijmans van Beuningen ontwerpen. Helaas heeft dit droomscenario ook een keerzijde. Zoals in het verleden vaker is gebeurd met de creaties van architecten, bleek ook het ontwerp van Robbrecht & Daem niet bestand tegen de tand des tijds. Na 18 jaar zijn er plannen om de glazen vleugel van 17 miljoen euro te slopen. De Belgische architecten zijn hier logischerwijs niet blij mee, en laten het er niet zomaar bij zitten. Zij beginnen een rechtszaak tegen Boijmans van Beuningen. De vraag rijst nu of een dergelijke rechtszaak kansrijk is. Hebben architecten als zij de exploitatierechten van hun werk eenmaal hebben overgedragen niets meer te zeggen of kunnen zij in sommige gevallen een stokje steken voor de aanpassing of sloop van hun werk?


Persoonlijkheidsrechten

Het auteursrecht is een uitsluitend recht; dat wil zeggen dat het auteursrecht een monopoliepositie in het leven roept. Als maker heb je het exclusieve recht om de creatie waarop het auteursrecht rust te exploiteren. Dat houdt in dat de maker in beginsel als enige zijn werk openbaar mag maken (art. 12 – 12b Auteurswet) en verveelvoudigen (art. 13 – 14 Auteurswet). Naast deze zogenaamde exploitatierechten bestaat het auteursrecht ook uit persoonlijkheidsrechten (art. 1 en art. 25 Auteurswet). De maker van een werk heeft het recht zich te verzetten wanneer hij niet als maker wordt aangeduid, wanneer er sprake is van een wijziging van de naamsvermelding of de titel, wanneer het werk wordt gewijzigd of wanneer er sprake is van verminking of aantasting van het werk. In tegenstelling tot de exploitatierechten, zijn persoonlijkheidsrechten niet overdraagbaar. Het niet kunnen overdragen zorgt ervoor dat persoonlijkheidsrechten in bepaalde gevallen tot conflicten kunnen leiden. Een beroep op persoonlijkheidsrechten kan namelijk botsen met een exploitatierecht dat al is overgedragen. Op dat moment liggen het persoonlijkheidsrecht en het exploitatierecht niet meer bij dezelfde persoon. Daarnaast is ook een situatie mogelijk waarbij de maker persoonlijkheidsrechten heeft ten aanzien van een werk en daarbij in conflict komt met degene die een eigendomsrecht heeft op het enige exemplaar van dat werk. Het meest bekende voorbeeld van die situatie zijn de conflicten in de bouwkundige wereld waarbij architecten zijn betrokken.


Verminking of aantasting van een werk

Bij de conflicten in de bouwkundige sfeer geldt steeds dat een architect de maker is van een bepaald werk en ten aanzien van dat werk dus de persoonlijkheidsrechten heeft. Hierbij moet wel worden aangetekend dat op die persoonlijkheidsrechten beperkingen mogelijk zijn. Dat betekent dat de maker zich niet altijd met succes kan beroepen op zijn persoonlijkheidsrechten. In het geval van een verminking of aantasting van het werk dient de maker, naast het aantonen daarvan, ook aannemelijk te maken dat die verminking of aantasting nadeel kan toebrengen aan zijn reputatie. Dat betekent dat een wijziging van het bouwwerk waarvan een architect het ontwerp heeft gemaakt niet automatisch een verminking van het werk is. De architect zal daarvoor eerst moeten aantonen dat die wijziging zijn reputatie als maker schaadt.


Jelles/Zwolle

Het arrest waar vaak op wordt teruggegrepen bij dit soort conflicten is de zaak tussen de erven van de architect Jelles en de gemeente Zwolle. In deze zaak procedeerde de erfgenamen van Jelles tegen de voorgenomen sloop van het gebouw ‘Wavin’, dat Jelles had ontworpen. De gemeente wilde namelijk op de plaats van het gebouw een winkelcentrum, wijkcentrum en zorgcomplex neerzetten. De vraag die voorlag was of de sloop van het gebouw een aantasting inhield van het werk van Jelles en daarmee een schending van zijn persoonlijkheidsrechten.


De Hoge Raad oordeelde hier dat sprake was van totale vernietiging van een werk en dat dit niet als aantasting kon worden gezien, omdat het werk niet langer zou bestaan. Volgens de Hoge Raad is het onwenselijk als alle gebouwen waarop een auteursrecht rust nooit gesloopt zouden mogen worden. In sommige gevallen zou dat namelijk verstrekkende maatschappelijke gevolgen hebben, bijvoorbeeld als essentiële maatschappelijke voorzieningen in een gemeente niet gerealiseerd zouden kunnen worden. Om die reden oordeelde de Hoge Raad dat vernietiging van een werk geen inbreuk op de persoonlijkheidsrechten oplevert. Anderzijds benadrukte de Hoge Raad in Jelles/Zwolle wel dat de geestelijke creatie van de maker intact moet blijven. Daarom heeft de Hoge Raad in dit arrest bepaald dat de auteur een documentatierecht moet worden toegekend, als zijn werk in fysieke zin wordt gesloopt. Dit documentatierecht houdt in dat de maker in de gelegenheid moet worden gesteld om voorafgaand aan de vernietiging foto’s en/of tekeningen te maken, zodat het ontwerp niet verloren gaat.


Casus-Boijmans

In het geval van het conflict tussen Robbrecht & Daem en Boijmans van Beuningen gaat het net als in Jelles/Zwolle niet om een wijziging van het werk, maar om vernietiging. Het plan is om een gedeelte van het gebouw geheel te slopen, namelijk de glazen vleugel van Robbrecht & Daem, waarna er iets anders voor in de plaats komt. Daarmee zou het oorspronkelijke werk van de Belgische architecten niet langer terugkomen in het gebouw van Boijmans van Beuningen. Op basis van de lijn die de Hoge Raad heeft uitgezet in Jelles/Zwolle valt dus te verwachten dat in een eventuele rechtszaak geoordeeld zou worden dat er geen sprake is van verminking of aantasting van het werk. Wel zal ook hier de mogelijkheid moeten worden geboden aan de architecten om hun geestelijke creatie in stand te laten, bijvoorbeeld door hen in de gelegenheid te stellen om foto’s of tekeningen te maken van de glazen vleugel.


Als het gaat om de instandhouding van de glazen vleugel zelf, lijken Robbrecht & Daem dus niet heel kansrijk te zijn bij de rechter. Wellicht kunnen zij gezamenlijk met het museum nog tot een compromis komen. De Belgische architecten geven zelf aan te willen zoeken naar een alternatief plan waarbij de vleugel wel kan blijven staan. Eerder zijn conflicten in de bouwkundige sfeer namelijk met een schikking beslecht, bijvoorbeeld in het geval van Naturalis. Voorlopig zullen we nog even moeten wachten wat er met de glazen vleugel gaat gebeuren. Op een bezoekje aan het nieuwe Boijmans van Beuningen is het echter nog veel langer wachten. De verbouwing van dit museum is naar verwachting pas in 2028 afgerond.


bottom of page