Kyana Bozorg Zadeh
Kijkwijzer en YouTube-video’s: een betere bescherming van minderjarigen?
Sinds de komst van het internet worden steeds meer video’s en films on demand bekeken. De films die je op televisie of in de bioscoop bekijkt zijn altijd voorzien van een kijkwijzer, maar dit gebeurt nog steeds niet altijd bij online streaming diensten zoals bijvoorbeeld YouTube. In de Mediawet staat dat minderjarigen beschermd moeten worden tegen het zien van schadelijk audiovisueel materiaal. Het Commissariaat voor de Media, toezichthouder op de naleving van de Mediawet, heeft aangekondigd ook in het YouTube domein erop toe te zullen zien dat minderjarigen worden beschermd. Dit zou betekenen dat YouTube-kanalen die zich niet aan deze regels houden een (flinke) boete kunnen krijgen. Of dit daadwerkelijk een betere bescherming zal bieden aan minderjarigen kan in twijfel worden getrokken.

NICAM en Kijkwijzer
Het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) is de organisatie die verantwoordelijk is voor het bekende classificatiesysteem Kijkwijzer (zie ook figuur hierboven). Zoals Kijkwijzer tegenwoordig al waarschuwt aan ouders en opvoeders tot welke leeftijd een televisieprogramma of film schadelijk kan zijn voor kinderen, zo ook moeten straks YouTubers de content die zij maken gaan voorzien van een leeftijdsadvies en inhoudsinformatie. In de praktijk gebeurt dit classificeren door codeurs van het NICAM, die kunnen bepalen welke classificatie bepaalde content moet krijgen. Het ministerie dat over deze kwestie gaat moet nog precies gaan uitwerken voor welke categorie of soort video’s de Kijkwijzer gaat gelden. Deze bescherming van minderjarigen is een verplichting die geldt vanaf 19 september 2020, omdat de wijzigingen uit een Europese richtlijn op dat moment omgezet moeten zijn in nationale wetgeving.
De Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten
Door de aanpassing van de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten (AVMD) moeten EU-landen maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat programma’s die “de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen kunnen aantasten alleen op zodanige wijze beschikbaar worden gemaakt dat minderjarigen deze normaliter niet zullen horen of zien, door een geschikt tijdstip voor uitzending, instrumenten voor leeftijdscontrole of andere technische maatregelen te kiezen die in verhouding staat of staan tot de potentiële schade.” Dit heeft op nationaal niveau als gevolg dat de toezichthouder, het Commissariaat, videoplatform diensten op aanvraag, zoals YouTube, kan toetsen op dit beleid. Vandaar dat de Kijkwijzer binnenkort ook zal gelden voor populaire YouTube-kanalen.
Een versterkt beschermingsregime voor minderjarigen?
Een dergelijk beschermingsregime bestond al op grond van de Mediawet. Voordat de richtlijn in werking trad, konden er voor videoplatform diensten als YouTube nog geen gevolgen aan worden verbonden. In het nieuwe artikel 6a van de richtlijn AVMD is bepaald dat aanbieders van audiovisuele mediadiensten “maatregelen moeten treffen” ter bescherming van minderjarigen. Die maatregelen zijn vervolgens omgezet in nationale wetgeving omdat ieder land zijn eigen handhavingsregime heeft.
Op dit moment is het wetgevingsproces in de Tweede Kamer nog in volle gang, sterker nog; op het moment van schrijven vinden er nog debatten plaats. Het is een positieve ontwikkeling dat nu ook vanuit Europa een minimumnorm is opgelegd om een adequaat niveau aan bescherming te bieden voor minderjarigen die YouTube filmpjes bekijken. Maar dat minderjarigen hierdoor daadwerkelijk profiteren van een hoger niveau van bescherming op online media-kanalen is nog niet met zekerheid te zeggen, zo blijkt ook uit een brief met een uitvoeringstoets van het Commissariaat aan de Tweede Kamer. Het ontoegankelijk maken van media-aanbod zou bijvoorbeeld moeilijk uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. Ook is de rol van het NICAM hierin onduidelijk, want wanneer moet een maatregel als “evenredig” worden bestempeld? Tot slot is een terecht kritiekpunt dat er verschillen zijn tussen de lidstaten onder welke categorie bepaalde content valt. In Nederland wordt bijvoorbeeld pornografie in beginsel niet als “meest ernstig schadelijke inhoud” aangemerkt, wat de vraag oproept om dit soort content altijd als zodanig aan te merken.
Hoe dit ambitieuze Kijkwijzer-plan daadwerkelijk handen en voeten gaat krijgen zal in september moeten blijken. Dan zullen we zien hoe deze betere bescherming voor minderjarigen zal uitpakken.