top of page
  • Foto van schrijverHèlen Haaijer

Is uw handelsnaam beschermd?

De gouden regel op het internet: Wilt u gevonden worden? Maak uw handelsnaam dan zo duidelijk en beschrijvend mogelijk. Veel ondernemers doen dit omdat dit hun vindbaarheid op het internet enorm bevordert, maar wat houdt dit in voor de bescherming van uw handelsnaam?


Anders dan in het merkenrecht, wordt aan een handelsnaam niet de eis van een ‘onderscheidend vermogen’ gesteld. Men zou hieruit kunnen afleiden dat voor de bescherming van een handelsnaam niet vereist is dat deze zich onderscheid van andere handelsnamen en dat daarmee beschrijvende handelsnamen zijn toegestaan. Het voelt echter niet helemaal eerlijk dat een partij gebruik kan maken van een beschrijvende handelsnaam. Dit levert namelijk een enorm commercieel voordeel op als we kijken naar de wijze waarop zoekmachines tegenwoordig hun zoekresultaten sorteren.


In deze blog zal ik uitleggen wanneer u bescherming van uw (gedeeltelijk) beschrijvende handelsnaam kan inroepen tegenover een partij die een overeenstemmende handelsnaam gebruikt.


DOC Dairy Partners tegen Dairy Partners

Het is alweer ruim een maand geleden dat de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan in de zaak DOC Dairy Partners tegen Dairy Partners (ECLI:NL:HR:2021:269). Vorige jaar stelde het hof Arnhem-Leeuwarden drie vragen aan de Hoge Raad die kunnen worden samengevat tot de volgende hoofdvraag: Is voor bescherming op grond van art. 5 Handelsnaamwet (hierna: Hnw) van beschrijvende handelsnamen, voldoende dat verwarringsgevaar bestaat, of zijn bijkomende omstandigheden vereist?


In de zaak DOC Dairy Partners tegen Dairy Partners was het volgende aan de hand: Dairy Partners is een Britse kaasproducent. Zij produceert zogenaamde geknede kazen, waaronder mozzarella, voor de zakelijke markt in 23 landen, waaronder Nederland en is een grote en bekende speler op die markt. Dairy Partners handelt sinds 2007 onder de handelsnaam ‘Dairy Partners’. Deze naam – de Engelse aanduiding voor: ‘zuivel partners’ – komt ook voor in haar logo en in haar domeinnaam ‘dairypartners.co.uk’. DOC is een Nederlands bedrijf dat in 2016 is ontstaan uit een fusie tussen een Nederlandse kaasproducent en een Duitse zuivelproducent. Het richt zich op de Benelux en Frankrijk. Sinds 2016 handelt DOC onder de handelsnaam ‘DOC Dairy Partners’. Deze naam komt ook voor in haar logo en in haar domeinnaam ‘docdairypartners.nl’.


Bent u al in de war? Dat kan kloppen. De twee handelsnamen lijken namelijk erg veel op elkaar. Dairy Partners vond dit ook en vroeg daarom aan de rechter om DOC te verbieden om nog langer de handelsnaam ‘DOC Dairy Partners’ te gebruiken omdat het voor ‘verwarringsgevaar’ zou zorgen bij het publiek. Dit houdt in dat het publiek geen goed onderscheid meer kan maken tussen de twee verschillende namen en ze dus door elkaar haalt. DOC heeft het gestelde verwarringsgevaar ontkend. Zij voerde daarbij aan dat de handelsnaam ‘Dairy Partners’ geen bescherming geniet omdat deze handelsnaam beschrijvend is. Zij stellen dat verwarringsgevaar dan niet voldoende is voor een verbod. Immers, de keuze voor een beschrijvende naam levert een groot commercieel voordeel op en zou daarom niet gemonopoliseerd mogen worden.


Vrijhoudingsbehoefte De vragen die het hof stelt aan de Hoge Raad stellen aan de orde hoe recht kan worden gedaan aan het algemene belang dat het voor elke persoon mogelijk moet zijn om zich te bedienen van handelsnamen die beschrijvend zijn. Dit wordt de vrijhoudingsbehoefte genoemd. Het merkenrecht heeft dit duidelijk geregeld. Volgens verschillende regelingen worden merken die uitsluitend beschrijvend zijn niet ingeschreven of later nietig verklaard. Beschrijvende namen voor merken moeten namelijk vrij blijven voor iedereen om te gebruiken. De handelsnaamwet kent deze vrijhoudingsbehoefte niet.


Verwarringsgevaar bij beschrijvende handelsnamen

Eerder in 2015 besliste de Hoge Raad in de zaak ‘Artiestenverloning’ dat in het geval van een beschrijvende domeinnaam naast verwarringsgevaar ook ‘bijkomende omstandigheden’ nodig zijn om een verbod mogelijk te maken. Dit ging echter over domeinnamen en niet over handelsnamen. Later, in 2017 oordeelde gerechtshof Den Haag in de zaak ‘Parfumswinkel’ dat ook voor beschrijvende handelsnamen verwarringsgevaar alleen niet voldoende is en dat voor een verbod bijkomende omstandigheden vereist waren. Deze uitspraak blijkt nu echter achterhaald.


De Hoge Raad heeft namelijk nu geoordeeld dat voor bescherming van beschrijvende handelsnamen op grond van art. 5 Handelsnaamwet verwarringsgevaar volstaat. De Hoge Raad overweegt daartoe als volgt: aangenomen mag worden dat, naarmate een handelsnaam meer onderscheidend vermogen heeft, eerder verwarring te duchten valt. Het is immers aannemelijk dat het publiek in dat geval, bij kennisneming van eenzelfde of een slechts in geringe mate afwijkende naam, die naam eerder in verband zal brengen met de onderneming die de oudere handelsnaam voert” (ov. 2.8.2).

Volgens de Hoge Raad heeft de wetgever tot op heden geen reden gezien om de Handelsnaamwet te wijzigen en daarom blijft voor de bescherming van een beschrijvende handelsnaam verwarringsgevaar bij het publiek voldoende. De achterliggende gedachte is echter dat verwarringsgevaar niet snel zal ontstaat omdat het publiek gewend is dat handelsnaam steeds meer en vaker beschrijvend.


Conclusie

Een duidelijke les voor ondernemers die onder andere op het internet opereren: Als een andere partij dezelfde handelsnaam als u gebruikt, dan is dit onrechtmatig indien verwarring bij het publiek ontstaat over de vraag welke handelsnaam bij welke onderneming behoort. Voor de zaak DOC Dairy Partners tegen Dairy Partners was deze uitkomst overigens niet meer van belang. Zij hebben de zaak namelijk onderling geschikt en DOC Dairy Partners heeft haar handelsnaam gewijzigd in ‘Uniekaas Holland B.V.’

bottom of page