top of page
  • Foto van schrijverEnrico de Jong

De strijd tegen de machtspositie van Facebook

December zal dit jaar minder feestelijk worden dan we gewend zijn. Voor Mark Zuckerberg geldt dit des te meer. Facebook ligt zowel vanuit zijn thuisland als vanaf ons continent onder vuur vanwege de economische machtspositie van het bedrijf. In de Verenigde Staten werd Facebook op 9 december door de Federal Trade Commission (FTC) met steun van 46 staten voor de rechter gesleept om het bedrijf op te breken. Dit zal in het bijzonder kunnen betekenen dat Facebook, Instagram en WhatsApp zal moeten afstoten. Ook de Europese Unie gaat grote techbedrijven aanpakken. Deze maand heeft de Europese Commissie namelijk het concept van de Digital Markets Act (DMA) gepubliceerd, waarmee gepoogd wordt om de digitale markten competitief te houden. Kortom, de Verenigde Staten en Europa leveren beiden inspanningen om concurrentie tegen Facebook te bevorderen, maar wie heeft de beste aanpak?

FTC. v. Facebook

De Verenigde Staten heeft een verleden als het gaat om het opbreken van te dominante bedrijven. In 1984 werd AT&T, het bedrijf dat jarenlang de Amerikaanse telecommarkt domineerde, opgebroken in acht kleinere bedrijven. Meer recent, in juni 2000, werd ook Microsoft bevolen om op te breken. Dit eindigde overigens in een schikking.[1] Hoewel de FTC voorheen toestemming gaf voor de overnames van Instagram en WhatsApp, is het nu ook de beurt aan Facebook om voor de rechter te verschijnen.

De FTC stelt dat Facebook zijn machtspositie onder andere te danken heeft aan sterke netwerkeffecten; sociale media worden waardevoller naarmate er meer vrienden en familie actief op zijn. Met meer dan 2,7 miljard maandelijks actieve gebruikers is het dus een zware opgave voor concurrenten om tegen Facebook op te boksen. Toch meent de FTC dat ook de positie van Facebook kwetsbaar is op momenten dat technologische ontwikkelingen in een stroomversnelling belanden en concurrenten beter gepositioneerd zijn om veranderingen in consumentengedrag te exploiteren. Een dergelijke transitie deed zich voor tussen 2010 en 2014, toen het gebruik van smartphones explosief toenam. In plaats van concurreren, koos Facebook ervoor om snelgroeiende bedreigingen zoals Instagram en WhatsApp over te nemen. Met deze concurrentieverstorende strategie, handhaafde Facebook volgens de FTC zijn monopolie op een illegale wijze, wat ten koste gaat van consumenten en adverteerders.[2]


The Digital Markets Act

De Europese Unie gooit het over een andere boeg. Deze maand is het concept van de DMA gepubliceerd waarin de Europese Commissie tracht een competitieve digitale economie te realiseren. Oneerlijke handelspraktijken worden al verboden in verscheidene EU-wetten, maar dit nieuwe concept is specifiek gericht op de ‘poortwachters’ van het internet: machtige platforms die aan een aantal specifieke voorwaarden uit de verordening voldoen. Zo wordt het voor de poortwachters, waaronder Facebook, bijvoorbeeld verboden om persoonlijke data die wordt verzameld op een van hun diensten, te combineren met persoonlijke data afkomstig uit andere bronnen. Ook mogen personen niet meer automatisch ingelogd worden op verschillende platforms. Als een iemand inlogt op Gmail, mag diegene dus niet automatisch ook ingelogd worden op YouTube. Door dit soort praktijken waren de poortwachters voorheen in staat enorme hoeveelheden data te combineren, wat leidde tot een oneerlijk concurrentievoordeel ten opzichte van kleinere bedrijven.

VS versus EU

Als de Amerikaanse rechter Facebook gelast om Instagram en WhatsApp af te stoten, zal Facebook er twee grote concurrenten bij krijgen. Het bedrijf zal door het herstel van de markt, eerlijk moeten strijden om zijn positie te behouden. Ook zal dit een boodschap zijn voor andere dominante bedrijven dat het niet loont om illegale handelsstrategieën in te zetten. Toch lijkt de Europese aanpak in dit geval doeltreffender. De digitale markt is zeer dynamisch dus met traditionele mededingingswetgeving en handhaving wordt al gauw achter de feiten aangelopen. De DMA is daarom zo ingericht dat het van tijd tot tijd wordt bijgewerkt zodat de regels toegespitst kunnen worden op nieuwe ontwikkelingen in het tech-landschap. Verder schept de verordening nieuwe onderzoeksbevoegdheden waarmee in een vroeg stadium marktfalen wordt opgespoord. Zo kan er pro-actief worden ingegrepen wanneer een bedrijf te machtig dreigt te worden. Indien poortwachters de regels overtreden, kunnen alsnog structurele remedies worden opgelegd, zoals het verplicht afstoten van bedrijfsonderdelen. Met deze nieuwe strategie stoomt Europa zich klaar voor een toekomst met een gezonde en innovatieve digitale economie.


[1] Grimaldi, J. V. ‘Microsoft Breakup Order Reversed’, The Washington Post, 29 juni 2001.

[2] FTC v. Facebook, Inc., USDC of the District of Colombia, 191 0134 (2020), r.o. 161.


bottom of page